Crash-test
Stel je voor dat je op een warme en zonnige zondagmiddag thuiskomt na een heerlijke dag buiten, je je auto verderop in de straat parkeert, omdat er voor de deur geen plek is. Terwijl je het raam dicht doet en je tas pakt, hoor je achter je een enorme knal en zie je in je achteruitkijkspiegel van alles door de lucht vallen. Wat een lomperd denk je, dat iemand vanuit zijn raam zomaar puin in de bouwcontainer gooit die al ruim een week in de straat staat. Maar dan zie je ook rook en bedenk je dat de rommel van beneden naar boven door de lucht gaat in plaats van boven naar beneden en denk je ‘shit, dat is voor mijn huis!’ Dat alles gebeurt in een fractie van een seconde en je sprint je auto uit en rent naar je huis. Daar tref je een ravage aan van een auto die de andere geparkeerde auto’s geramd heeft en tegen jouw huis en dat van je buurvrouw is beland.
Terwijl omstanders de bestuurder uit zijn auto helpen, sta je te trillen op je benen en denk je aan je huis, dat van je buurvrouw, is ze thuis? Buurvrouw bellen; ‘nee ik ben niet thuis. Wat is er gebeurd? Oké, ik kan er in 10 minuten zijn.’ Fijn.
Ambulance, politie, gegevens doorgeven, wachten, niks kunnen doen. De bouwtechnisch inspecteur van de gemeente zegt dat hij eerst een check wil doen voordat je je huis in mag. Logisch en graag. Maar voorlopig kan niemand er in, want de ravage van wat ooit auto’s waren moet nog worden weggesleept.
Wachten op de takelwagens. Eindelijk zijn ze er. Het is een spektakel als ze aan het werk gaan en de buurt loopt weer uit. Wat een vakmanschap. Maar ook een schok als de auto uiteindelijk van je huis wordt weggesleept. De bakstenen vallen letterlijk uit de muur…
Oké, we kunnen er weer bij, maar mogen nog niet naar binnen.
En ik had zo’n zin in het eerste witbiertje van het seizoen in mijn tuin op die zonnige zondagmiddag. Van ellende maar op straat met mijn buurvrouw een biertje gedronken.
4 uur later, het was inmiddels avond, kon ik naar binnen. De buurvrouw nog niet, zij kon nog eens 2 uur later haar huis in. Gelukkig had ik een pan soep gemaakt de dag ervoor en kon ik haar dat aanbieden, want het was inmiddels ruim etenstijd geweest.
En dan wordt het maandag en moet je aan het werk, maar wil je ook van alles regelen met de verzekering. Dan maar thuis werken en intussen de verzekering bellen, die dezelfde middag een schade expert stuurt. Oh, en de wijkagent komt nog langs. Fijn dat ik thuis kon blijven.
Maar stel je eens voor dat het ook een mega-drukke tijd is op je werk met deadlines, lange dagen en avondsessies. Dat vraagt focus en kost energie.
En stel je dan eens voor dat je ook chronisch ziek bent, in mijn geval reuma dat zich bij mij uit door vermoeidheid. En dat je de weken ervoor al moeite had met je energiebalans, tijdelijk kortere werkdagen maakte, om opgeladen aan die drukke periode te kunnen beginnen.
In een fractie van een seconde, een knal, is dat weg. Die eerste dagen was er nog een adrenaline rush om alles te regelen. Maar dat is slechts tijdelijk en de terugval is verder terug dan waar ik was…
Ik zou zo graag willen dat mijn leven zich als een rustig kabbelend beekje voortbeweegt, zodat ik alle tijd en ruimte heb om te dealen met de gevolgen van mijn reuma. Maar soms denk ik dat het me niet gegund lijkt…
En toch, ook dit weer gaat voorbij. Het gedoe en geregel, de drukke periode op mijn werk, de vermoeidheid.
Reuma is grillig; er zijn goede en slechte periodes en vaak weet je van te voren niet wanneer ze komen.
Zo is het ook met het leven, is mijn ervaring. En heb je geen andere keus dan je aan te passen naar de situatie op dat moment.
En soms een situatie voor je jezelf te creëren, zoals dit Paasweekend: een extra dag vrij en ik heb niks gepland, doe alleen maar waar ik zin in heb en ga genieten van het mooie weer.
Met een witbiertje in mijn tuin.
Geef een reactie